Spring naar inhoud

Visioenen over de H. Mis uit de openbaringen van Pater Johannes Reus S.J. (deel 2)

johreus2

Toen Pater Reus bij het begin van de heilige Mis plechtig het kruisteken maakte en daarbij sprak: “In de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest,” was dit voor hem geen loutere formaliteit. Hij wist dat met dit kruisteken de geheimenisvolle hernieuwing van het kruisoffer begint tot eer van de allerheiligste Drievuldigheid. Zo luidt zijn aantekening van 22-7-1940: “Van bij het begin zag ik de allerheiligste Drievuldigheid in mijn onmiddellijke nabijheid. Ik meen dat men de priester moet zeggen dat hij zich bij de heilige Mis in de voelbare nabijheid van de allerheiligste Drievuldigheid bevindt.”

Laten we nu Pater Reus bij zijn H. Mis volgen.

Toen Pater Reus (op 25-9-1941) bij het slot van de psalm “Judica me” volgens het voorschrift, bij het Gloria Patri zich aanbiddend neerboog, zag hij plots voor zich twee rijen engelen, opstijgend tot de troon van de allerheiligste Drievuldigheid, die allen gelijktijdig met hem in diepe eerbied neerbogen. “Een vermaning met welke eerbied we deze lofprijzing moeten bidden. Een troost voor onze armoede, dat de heilige engelen ons helpen om aan de goddelijke Majesteit de verschuldigde eerbied te bewijzen!” Op 23-9-1945 schrijft hij: “Wat een onuitputtelijke genadebron bezit de priester om zo te zeggen in ieder woord van de heilige Mis! Van wat een hemelse rijkdom berooft hij zich als hij alles gedachteloos uitspreekt!”

Terwijl hij het “Kyrie” bad, zag hij (op 26-2-1941) hoe uit het allerheiligste Hart van Jezus een stroom opwelde die zich over hem uitgoot. Dit was voor hem een teken dat hij door deze stroom gereinigd moest worden. We smeken nooit tevergeefs om Gods barmhartigheid.

Bij het “Gloria” zag Pater Reus zich door een krans van engelen omgeven, die samen met hem luid de lofzang baden. Hij merkte daarbij meermaals op, hoe de woorden uit zijn mond als vuurvlammen tot Gods aangezicht opstegen. “Deze lofprijzing”, schrijft hij, “maakt veel goed voor de voortdurende nalatigheid van de mensen.” Verder schrijft hij: “Toen ik het altaar kuste, zag ik hoe ik de kus op de heilige lippen van Jezus drukte” (14-9-1943).

“Toen ik op 14 mei 1941 bij de bereiding van de offergaven het gebed “Ontvang, Heilige Vader...” bad, zag ik me plots voor de Hemelse Vader knielen. Ik bood Hem met beide handen mijn hart aan. Hij boog zich liefdevol tot mij neer en nam mijn hart met beide handen aan. Dan legde ik de hostie op het altaar neer. Deze goedheid van de Hemelse Vader maakte zo’n indruk op mij, dat ik in tranen uitbrak en een poosje moest wachten. De Hemelse Vader heeft me zo getoond dat dit gebruik, zichzelf op te offeren samen met het brood en de wijn, Hem zeer welgevallig is.”

Na alles wat tot hiertoe vermeld werd, is het niet te verwonderen dat Pater Reus zeer dikwijls, ook bij het gebed “Kom Heiligmaker...” de Heilige Geest mystiek mocht aanschouwen. Terecht merkt de dienaar Gods op: “Men vergeet te gemakkelijk dat het allerheiligste Offer, dat de Verlosser door de handen van de priester opdraagt, ook opgedragen wordt ter ere van de Heilige Geest. Met een onbeschrijfelijke liefde en innigheid vergeldt de Heilige Geest de liefde van Zijn armzalige schepselen. Hij is immers de liefde van de Vader en de Zoon.”

Ook bij de handwassing zag Pater Reus de Heilige Geest over zich, en hoe Hij hem zijn reinheid meedeelde. Om die reinheid bidt de priester immers in deze psalm, in opdracht van de Kerk. In verband met zijn lievelingsgodsvrucht tot het H. Hart van Jezus mocht Pater Reus bij ditzelfde deel van de heilige Mis nog een andere betekenis zien: “Toen ik na de offerande de handen waste, zag ik water vloeien uit de heilige zijdewonde van Jezus, dat me de handen en de ziel reinigde en zo voor God aangenaam moest maken. Het is steeds het heilig Bloed van Jezus dat ons van onze zonden reinigt. Men vergeet te gemakkelijk dat iedere plechtige handeling niet enkel een betekenis, maar ook een hemelse kracht bezit, om de priester en het volk te heiligen.”

Toen Pater Reus op 20 september 1938 het “Sursum Corda” sprak, zag hij zijn hart letterlijk omhoogvliegen. Hij knoopte daaraan de volgende overweging vast: “Daarmede wil het allerheiligste Hart van Jezus zeker te verstaan geven dat de woorden die in de heilige Mis gesproken worden, ook hun geheimenisvolle uitwerking hebben.”

Het daaropvolgende “Sanctus” bad hij waarneembaar met het koor der engelen, die aanbiddend rond de troon stonden. Een visioen bij de woorden “Benedictus qui venit…” beschrijft Pater Reus (op 27 mei 1940) met de volgende woorden: “Ik zag plots boven mij de goddelijke Heiland. Dan zag ik engelen. Ze begeleiden hun Heer als hij op de liefdeloze wereld neerdaalt, om zich opnieuw te offeren en bij ons te blijven. In de lege, door mensen verlaten kerken aanbidden ze Hem en houden Hem gezelschap, dat Hij tevergeefs bij de mensen zoekt. Ik moet dit schrijven en tekenen.”

“Bij het gebed “Te igitur” (Neem aan o Heer) vermeldt de pater op 21 november 1943: “Ik zag opeens het allerheiligste Hart van Jezus naast het mijne, en dan het allerheiligste Hart te midden van licht, dat ook over mijn hart uitstraalde. Dit duurde tot aan de Communie. De priester en de goddelijke Verlosser zijn één in het heilig Offer, maar heel de waarde en de schoonheid komt van zijn allerheiligste Hart.”

Het eigenlijke wonder van de goddelijke liefde is bij de eucharistieviering de heilige consecratie en de Communie. Dit wonder bleef voor Pater Reus onuitsprekelijk.

Hij was er dag na dag, jaar na jaar, door de goddelijke genade zo van aangegrepen, dat hij de laatste decennia bij iedere consecratie en Communie in extase viel, zijn ziel onderbrak voor kortere of langere ogenblikken haar dienst in het lichamelijk leven en verzonk als geest helemaal in de Geest van God, dompelde zich letterlijk in Gods onbegrijpelijke, oneindige liefde, in zijn geheimenisvol licht en leven onder.

childjesus

Op 19 februari 1943 beschrijft hij vol bewogenheid zijn vervoering: “Reeds bij de consecratie van het brood zag ik uit het Hart van de Hemelse Vader het Kindje Jezus uittreden. Ik zag dit heel duidelijk toen ik de consecratiewoorden over de kelk sprak. Het is een wonderbare liefde van de Hemelse Vader, dat Hij zijn eniggeboren Zoon dag na dag door de handen van de priester laat komen naar zijn aardse kinderen. Hoe waar is het toch wat de Heiland zegt: “De Vader heeft u lief!” – De liefde van God tot de mensen is het onbegrijpelijke, grote mysterie, het grootste dat bestaat. De almacht wordt tot onmacht aan het kruis – voor ons!”

Het mysterie van de heilige consecratie werd hem nog duidelijker getoond op 22 oktober 1941: “Reeds vóór de heilige consecratie was de goede Heiland daar aan het kruis, vervolgens de Hemelse Vader en daarboven de Heilige Geest, en daarrond een krans van engelen. Bij de woorden: “Dit is de kelk van mijn Bloed” zag ik het heiige bloed van Jezus in de kelk vloeien, die ik in de hand hield.”

Op 17 februari 1940 beleefde hij bij de heilige consecratie het volgende: “Zodra ik de eerste woorden over de kelk sprak ‘Hic est…’ (dit is…) vielen druppels van het heilig Bloed uit de Zijdewonde in mijn kelk. Toen ik verder sprak ‘calix sanguinis….’ (de kelk van Mijn Bloed) vloeide het Bloed stromend in de kelk. Heilige, troostvolle waarheid! Het Bloed van Christus, de Zoon van God, vloeit werkelijk, zij het ook onder een sluier verborgen, onder mijn hand op het altaar! Wat een genade voor mij dat Hij de geheimenisvolle sluier weggetrokken heeft en zich gewaardigd heeft mij de werkelijkheid te tonen!”

“De heilige Mis is waarachtig de hernieuwing van het kruisoffer van Christus! Christus heeft zichzelf in een eenmalige goddelijke liefdedaad aan de Vader opgeofferd – in onze naam en voor ons. Hij hernieuwt deze liefde – en offerdaad in iedere heilige Mis! Gratias agamus!”

Volgende keer deel 3: de rest van de H. Mis.

Uit: De Heilige Mis, een zee van genaden – De priester, een tweede Christus – Bijlage aan het contactblad “Vlaanderen naar Maria”, zomernummer 1987. Uitgegeven door L. Van den Borre, Oostende.

1 reactie »

  1. vol van vreugde ,lees ik deze getuigenissen, dat de Heer zoveel liefde over ons uitstort,
    dit is alleen te begrijpen en te voelen als we zelf ook alle liefde aan hem durven te geven,
    voor hem openstaan.
    Periodiek mag ik vanwege mijn goede gezondheid, bloed doneren aan de bloedbank.
    ik kreeg een ingeving ,om dit weer aan God op te offeren uit liefde , voor zieken ,zondaars en mezelf, wanneer ik in gebed ga.
    Gezegend kerstfeest.
    Jan

    Like

  2. Zéér mooie en waardevolle visioenen…
    Wat is de het H.Misoffer toch een onnoemelijk groot liefdesmysterie.
    God zij dank en eer!!!
    We kijken al uit naar het volgende deel.

    Like

Geef een reactie op Katharina Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.